We waren eens even weg. Het huis was verhuurd, en we maakten van de gelegenheid gebruik om eens even op vakantie te gaan. Dat doen we wel vaker, en meestal blijven we dan op Madeira. Maar dit keer gaan we naar Lissabon. (LACH NIET!)
Lissabon
We hebben een vlucht geboekt naar Lissabon en daar een appartement gehuurd in de wijk Graça, een hoger gelegen deel van de stad. Onze vriendin Reina, die meestal wel een keertje naar Madeira komt, had een druk programma, dus dat zat er niet in, maar ze kon wel een weekje naar Lissabon komen. We hebben uiteraard alle belangrijke plekken van de stad weer bezocht, veel gelopen, en veel getramd.
trammetjes
De meesten van u kennen wel de bekende plaatjes van de oude trammetjes die in Lissabon nog altijd rijden. Dat is niet overal zo. Er rijden ook moderne gelede trams zoals in de Nederlandse grote steden, maar in de oude delen van Lissabon zoals Alfama en Mouraria, waarover in menige Fado gezongen wordt, en in Graça en de Bairro Alto, kunnen die grote trams simpelweg de krappe bochten niet maken. Intussen is het natuurlijk ook het handelsmerk van Lissabon geworden, maar ze draaien gewoon mee in het openbaar vervoers-systeem van de stad en met je elektronische meer-ritten kaart kun je er gewoon in voor weinig geld. Met datzelfde kaartje kun je ook de treinen nemen naar Cascais en het beroemde Sintra, en dat hebben we dan ook gedaan.
eléctrico 28
Maar de beroemdste lijn is natuurlijk tram, of ‘eléctrico’ zoals hij hier heet, 28. Die verbind Prazeres aan de westkant van het oude centrum met Alfama, het oude hart, en Graça om tenslotte weer omlaag te rijden naar de rand van Mouraria. We hebben hem dagelijks gebruikt om van en naar huis te gaan. Hieronder wat impressies.
het bespottelijke Palácio da Pena
In Sintra hebben we net als in 2010 toen we er ook al waren, het belachelijke Palácio da Pena bezocht, niet naar binnen zoals toen, want het zijn echt vooral ditjes en datjes met weinig historische waarde; en het prachtige Palácio Nacional, waar binnen- en buitenkant kloppen en nog prachtig meubilair en schitterende schilderingen te zien zijn. De keukens, waar tot in het begin van de 20ste eeuw nog gekookt werd, zijn helemaal intact en kunnen zo weer gebruikt worden.
Cascais
Cascais is gezellig en natuurlijk toeristisch, maar ook voor de Portugezen. We hebben er gezellig een middag rondgewandeld en genoten van het half uurtje treinen heen en terug, langs de duidelijk schatrijke kuststrook daar.
Erg verrassend was ook de oversteek naar Cacilhas, tegenover het centrum van Lissabon. We waren er maar kort, want het was koud en we woeien uit ons hemd, maar we gaan er zeker nog eens kijken. Bij de oversteek terug konden we prachtige foto’s maken met een panorama van de oude stad. Dat wil zeggen, Reina. Die van mij, met mijn telefoon gemaakt, waren niet geweldig, maar ze geven een idee.
panorama van Lissabon op de Miradouro da Graça
Vrijwel elke dag sloten we af met een glas wijn – of zo – op de Miradouro da Graça. Heel gezellig altijd, vooral als er geen koude wind woei, met in het weekend een bandje dat erg aan de Hot Club de France deed denken, en prachtige zonsondergangen die vaak op de foto werden gezet. Het uitzicht over de stad is hier schitterend. Voor wie het wil proberen: Eléctrico 28, halte Graça, om de kerk heenlopen en je bent er. Als Noud en ik er later, na het vertrek van Reina, een glaasje drinken besluiten we dat we hier ook goed zouden kunnen wonen.
Fado
Maar een bezoek aan Lissabon is niet compleet zonder Fado. Daar dachten we alledrie zo over, dus we gingen op zoek naar de ultieme Fado-experience. Nou, dat viel niet mee. Op het internet vonden we wel wat in de Bairro Alto. Dus wij daarheen. Tasca do Chico. Veel geprezen en hoogeroemd. Helaas. Toen wij er kwamen was het tentje leeg (een Tasca is een klein kroegje, en het is absoluut waar dat de Fado daar thuishoort, en niet in de concertzaal) maar alle tafels waren gereserveerd. Pfft. Het internet meldde dat er niet gereserveerd kon worden.
Na enig overleg liepen we wat nadenkend door de straat (rua do Diario de Notícias) en werden naar binnen gelokt bij de buren, waar Fado zou zijn. En inderdaad. De gitaristen speelden al. Dus we zijn er maar gaan eten. Natuurlijk zijn we in Funchal op Madeira grondig verpest. De ‘resident’ gitarist van de Guitarra Portuguesa is, zo is ons al meermaals gezegd, de beste op dat gebied dat we ooit te horen zullen krijgen. Het lijkt erop dat dat klopt. Maar goed, slecht waren ze niet. Na een kwartiertje kwam de Fadista binnen. Een gezellig en leuk mens. Alleen jammer dat ze ontzettend vals zong. We hebben het maar over ons heen laten komen. Noud ging af en toe buiten roken en meldde dat het bij de belendende Tasca do Chico onveranderd doodstil was, wel vol mensen maar niks Fado. Nou ja, we kwamen kennelijk nog redelijk weg.
Tasca do Jaime
We hadden al wel gelezen dat er in Graça, vlak bij huis, ook een Fado-tentje moest zijn, de Tasca do Jaime. Maar daar wordt alleen in het weekend en alleen tussen 16 en 20 uur gespeeld en gezongen, en het was inmiddels dinsdag geweest en Reina vertrok op donderdag. Toch besloten Noud en ik er heen te gaan toen het zover was. We waagden het erop om zaterdag rond vier uur naar de Tasca do Jaime te wandelen en zowaar. Heel behoorlijk gitaarspel en de tent was nog vrijwel leeg.
We babbelen met e eigenaar achter de bar, en die blijkt wel van Alexandra Sousa en haar Sabor a Fado in Funchal gehoord te hebben. Maar even later stroomde hij vol, veel buitenlanders, zeker, maar toen eigenaar Jaime ineens achter de bar vandaan kwam en ging zingen wisten we het: dit wordt onze eigen Fado-Experience. Jammer dat Reina er niet meer bij is, maar wie weet, een volgende keer. De ene na de andere Fadista kwam en ging, en we hebben ervan genoten.
mannenfado
Mannenfado is niet het best geexporteerde deel van dit cultuurerfgoed (ja, Fado staat inmiddels op de Unescolijst). Maar wij zijn er dol op. De stemmen varieerden van goed tot schitterend. De tent was behoorlijk vol, maar er kon nog meer bij, en de toeristen waren uiteindelijk in de minderheid. We horen Jaime zelf een tafelreservering aannemen aan de telefoon. En hij vraagt de beller of dat voor Graça is of voor Alfama. Want daar blijkt hij nog een Tasca te hebben. We zijn het al snel eens: daar gaan we vanavond eten, en Jaime zegt ons dat er plaats is. Dus we trammen er op ons gemak heen. Dan moeten we nog even zoeken in het bij de toeristen minder bekende lager gelegen deel van Alfama. Trapjes en steegjes tot we de Rua de São Pedro vinden waar Jaime zetelt op nummer 40.
Alfama
We zijn de eersten, want het is nog maar net 8 uur. En we krijgen een A1-plek vlak bij het Fado-hoekje, want het tentje is ook weer zo klein dat er echt geen podium is. Zoon Duarte die ook speelt in Graça is er ook weer bij, met een andere speler voor de Guitarra Portuguesa. Elke keer komt er een andere Fadista binnen.
Dat gaat dan zo: Jaime, die intussen om 8 uur is verkast van Graça naar Alfama, heeft net gezongen. Dan komt er een jonge man binnen en Jaime zegt: Ah. Meu amigo Nuno. Ofwel: Ah. daar is mijn vriend Nuno. Nuno neemt zijn plaats in en gaat zingen. Na drie Fado’s zegt hij: ik ben zo terug en gaat weer. Waarschijnlijk naar de volgende Tasca. We krijgen nog één vrouwelijke Fadista, maar dat had wegens vals zingen voor ons niet echt gehoeven. Al met al zeker voor herhaling vatbaar.
Fado is dus echt volksmuziek.
Zondag, na want geslenter en het pakken van de koffers – morgen gaan we weer naar Madeira – besluiten we nog een kort bezoekje te brengen aan de Tasco do Jaime in Graça. Het is vijf uur, maar het is nog niet afgeladen en we kunnen aan de bar staan. Het is vol buurtbewoners en helaas, onze valszingende Fadista van gisteravond is aan de beurt. Maar er zijn vier gezellig oudere dames. Ze kijken erg ondeugend en ze zingen half-hardop mee als het te erg wordt. We staan vlakbij die oude tangen – en krijgen dus wel een goede stem te horen. Maar dan komen de mannen weer en is het leed geleden. Ook de ‘hoofdtang’ zingt een Fado, en dan nog eentje samen met wat waarschijnlijk haar man is. Voor de deur is een oploopje en buiten belt de Eléctrico 28. De Fado is nog echt volksmuziek en is nog springlevend.
De Tasca do Jaime vindt je in de Rua da Graça op nummer 71. En in Alfama in de Rua de São Pedro nummer 40.
Het is ook echt een verrukkelijke stad. Niet in de zomer gaan, Beer en Beatrix, veel te heet. vroege voorjaar of latere najaar is ideaal. En Beer, met Transavia vlieg je vanuit Eindhoven vrij voordelig, of ook tegenwoordig met Ryanair (lekkere late middagvlucht, niks vroeg op!). Voor Beatrix is Schiphol waarschijnlijk beter, want Rotterdam heeft niks. Schiphol heeft ook latere middagvluchten met Transavia, en er is ook easyJet.
In Lissabon een taxi nemen naar je verblijfplaats, dat kostte ons een euro of 12 enkele reis. Maar dan een oplaadbaar OV-kaartje kopen. In de kleine trammetjes kan het erg vol zijn, er wordt gewaarschuwd voor zakkenrollers. Verder is de criminaliteit niet hoog.
Nooit in L. geweest, maar, helemaal na jullie verhaal, nòg nooit ! Je schrijft zo beeldend dat sluimerende verlangens worden aangewakkerd.
Ga nu eerst naar Tunesië, of all places.
Hartelijke groet,
Beatrix
Wat een gezellig verhaal. Ik lees het al een bezoekje Lissabon komt op de lijst te staan.
Ik geniet nog steeds na van de leuke week!
liefs Beer
Beste vrienden,
Ja, als je dan toch van dat droomeiland op vakantie ‘moet’, dan inderdaad naar Lissabon. Ida en ik hebben op een zondagmorgen ook eens zo’n tramritje gemaakt, van het woonhuis van onze gastvrouw tot het eindpunt in Alfama en terug. Die sensatie herken ik. Ach, Lissabon -zullen we het nog eens zien? En Horen, zoals we in 1992, door diezelfde gastvrouw geleid, ook fado’s hebben horen zingen.
Wat zijn jullie toch geluksvogels! Gefeliciteerd ermee.
Met onze beste wensen voor Pasen, je vrienden
Ida en Hans