Afgelopen zaterdag 4 februari waren we op tijd op pad. Want we gaan wandelen in het paradijs. Maar eerst naar de Bar Formiga om een liter poncha – de beroemde Madeirense ‘punch’ af te halen. Poncha moet echt vers zijn, dus we hebben aan Nélia, de waardin, gevraagd om hem pas vanmorgen te maken. Ze wel weet dat alleen haar écht verse poncha reclame voor haar gaat maken in de groep waarmee we gaan wandelen. En dus is dat voor haar de gewoonste zaak van de wereld.
samen wandelen
We hebben al enige tijd contact met een ‘gay couple’. Ja, ik weet het, een afschuwelijke uitdrukking eigenlijk, maar ik wil het even duidelijk hebben. Daarvan is de één Engelsman, de ander Portugees, Madeirens eigenlijk. We kenden ze oorspronkelijk alleen via Facebook. Maar intussen ook live, en via hen, al dan niet over Facebook, een leuke groep mensen die regelmatig samen wandelingen op Madeira ondernemen. Natuurlijk was er al vaker gezegd: “ga gezellig mee,” maar het was er nog niet van gekomen.
pittig
Na de laatste wandeling die ze hadden gemaakt, en waarvan we foto’s over het Facebook zagen gaan, besloten we er nu echt werk van te maken. Op ons verzoek om mee te mogen gaan werd direct van alle kanten enthousiast gereageerd. Afgelopen zaterdag was het zover. Het plan was een pittige wandeling boven de bergpas Encumeada, die midden op het eiland ligt, te gaan maken. Voor kenners: PR17, Folhadal, Caminho do Pináculo
We hadden een klein beetje reserve. Ik heb al anderhalf jaar een af en toe pijnlijke linker achillespees, en Noud heeft door zijn fibromyalchie regelmatig pijnlijke voeten. Maar mijn ervaring is dat, eenmaal in beweging, het meestal wel goed gaat. Noud heeft sinds afgelopen voorjaar een stel fatsoenlijke steunzolen waarmee het zou moeten lukken.
weer? of geen weer?
Op vrijdagavond maken we ons toch wel wat zorgen over het weerbericht. Maar we spreken af dat er met één van de organisatoren, onze vriend Tobi, even ‘gechat’ wordt op zaterdag om een uur of negen om te zien wat we gaan doen. Bij rotweer kunnen we altijd een andere, lager gelegen route bedenken. Zaterdagmorgen is het bij ons mistig en dat belooft niet veel goeds. Mist bij ons betekent lage wolken, en een wandeling hoog in de bergen in de mist is zinloos. Geen uitzicht en koud, zeker in de winter.
valse start
Omdat de weerberichten niet duidelijk waren (betrouwbaar zijn ze hier sowieso nooit) spreken we af om elkaar om elf uur te ontmoeten in de Taberna da Poncha. Dat ligt onder in het dal dat boven eindigt op de pas van Encumeada. Op de rit erheen gaat het aanvankelijk motregenen, later gewoon heel hard regenen, dus we houden ons hart vast. Het lijkt een valse start. Maar eenmaal op het punt van de afspraak zien we dat bovenin het dal de bewolking al helemaal gebroken is en er veel blauw verschijnt. We besluiten unaniem om het plan door te zetten. We hadden natuurlijk nooit moeten afspreken in de Taberna da Pincha. Als er nou iets een valse start is…. Maar goed. Wel erg gezellig.
nét te laag voor ons noorderlingen
Om 11.20 staan de auto’s geparkeerd op de pas, en beginnen we aan de wandeling. Het eerste stuk gaat langs een vriendelijke levada aan de zuidkant van de pas. Daar hebben we soms nevelige maar daardoor prachtige uitzichten op alles wat onder ons ligt. Dan komt na korte tijd de eerste van twee flink lange tunnels. De tunnel is kaarsrecht, dus er is licht aan het eind, maar je hebt zelf ook licht nodig. De levada loopt hier rechts van ons, een smal pad links ervan.
Voor ons noorderlingen is de tunnel aan de lage kant. Dus het is absoluut oppassen geblazen om niet met je hoofd tegen het onregelmatige rotsige tunnel’dak’ te stoten. Doordat de tunnel laag is lopen de groteren uit onze groep ook wat naar opzij gebogen. Lastig, vooral met een rugzak (lunch, water en poncha) die je behoorlijk uit balans trekt. Maar je moet erdoor: de tunnel is de toegang tot het paradijs.
Maar we komen zonder kleerscheuren aan de andere kant. En doordat iedereen wel een smartphone met flashlight-app heeft, kan ook iedereen wel zo’n beetje zien waar hij of zij loopt. Een van de loopsters heeft een hoofdlantaarn. Die wil ik dus ook, want als je uit balans loopt, met een hand boven je hoofd ter bescherming, en je smartphone in de andere hand, jawel, boven het water van de levada, dan is de kans dat het ding vroeger of later in het water valt natuurlijk levensgroot.
folhadal: hof van eden ofwel het paradijs zoals het eruit gezien moet hebben.
Na de eerste tunnel komen we in Folhadal (nee, het ‘dal’ deel suggereert een Nederlandse benaming, maar Folhadal is een geheel Portugese naam en het deel ‘dal’ heeft niet die betekenis.) Als Madeira een paradijs is, dan is Folhadal het hart ervan. Vóór de zondeval. Dit gebied heeft een absoluut weelderige plantengroei, watervallen – hoeveel wil je er? – en spectaculaire uitzichten, naar boven en naar beneden. Hier lopen we dus écht door het Laurissilva, het laatste oerbos op Europees grondgebied.
menselijke activiteit
De enige getuigen van menselijke activiteit zijn de levada’s en de soms nodige tunnels om het water (levada komt van het werkwoord levar, dat brengen betekent) naar een andere kant van een bergrug te brengen. Het is een immens irrigatiesysteem dat nog altijd in gebruik is. Je vraagt je voortdurend af hoe ze het hebben kunnen aanleggen zo midden in de wildernis. Vandaag de dag zijn de levada’s één van de belangrijkste toeristentrekpleisters. De onderhoudspaden maken wandelen vrijwel overal mogelijk, en je loopt vaak vrijwel langs de hoogtelijnen.
Verderop komt nog een tunnel. Hier hebben we de levada links van ons, vreemd genoeg gemakkelijker voor mijn evenwicht, en hij is flink hoger dus lopen is gemakkelijker.
schone lucht
Dan verder door de oerbossen. Overal baardmos als getuige van de superschone lucht op ‘ons’ eiland. En zo trekt een steeds weer verrassend landschap langs ons heen. Comfortabel, vrijwel langs de hoogtelijnen zoals dat alleen maar op Madeira kan. Zolang je de levada maar volgt.
Wij hebben vandaag dat geluk niet. We zijn Folhadal ingegaan, en na de tweede tunnel vervolgens langs een soort van trappen flink omlaag gegaan. Maar we moeten er ook weer uit, op weg naar de nog ver weg – en veel hoger – gelegen Lombo do Mouro. Als we een martelende hoeveelheid trappen uiteindelijk hebben overwonnen komt er een beloning. Een smalle bergkam, waar het pad als een soort hangbrug over voert.
slijtageslag
Maar we zien het al: aan de andere kant gaat het nog verder omhoog. Veel verder. Het is maar goed dat we dat dan nog niet weten, want het wordt een slijtageslag. Aan het einde van de echt eindeloze klim lopen we weer langs een schitterende levada. Talloze watervallen komen hier met geweld naar beneden. Dus wie geen regenkleding heeft (ik, maar ik heb een paraplu) wordt onherroepelijk erg nat. Maar het is en blijft schitterend. De levada voert hier langs een vrijwel verticale bergwand. We hebben uitzicht op de bergen en dalen van de noordelijke helft van Madeira. De lage zon zorgt voor een magische lichtval. Dit deel heet de Caminho do Pináculo. We zijn al bang dat we dus weer vreselijk moeten gaan klimmen. Maar gelukkig is de ‘Pináculo’ een piek waar we langskomen, een extra brok schoonheid in dit toch al paradijselijke landschap.
omlaag
Dan worden we nog getrakteerd op een stevige, lange en lastige, want erg rotsige, haarspeldafdaling die langs de Lombo do Mouro (een lombo is een bergkam) stijl naar beneden gaat. Ter bemoediging zien we dat het laatste deel langs een verkeersweg loopt. Dat is goed, want het daglicht loopt op zijn einde, en eerlijk gezegd, ons uithoudingsvermogen ook. Als we de weg bereiken hebben we zo’n kleine twintig kilometer afgelegd. Met twee stevige afdalingen en twee uur en een kwartier consistent klimmen.
flessen
Als we bij de weg zijn komen de flessen tevoorschijn, we hebben wel wat verdiend. Op pad voor de laatste drie kilometers komt ons een auto achterop. Noud en Merita steken een duim op. De auto stopt. Toeristen, een Frans jong stel, die eigenlijk onze wandeling ook wel zouden willen doen. Ze nemen Noud en Merita mee naar het beginpunt (die hadden het de laatste anderhalf uur écht moeilijk, langs die muur naar beneden) en vertellen over de dag. De Fransen zijn net zo blij als Noud en Merita dat ze gestopt zijn, want zij gaan dit dus niet in zijn geheel doen. Wel de eerste stukken tot aan de vreselijke klim.
welletjes
De rest van ons loopt verder, maar even later komt Noud alweer met de auto terug en pikt een paar chauffeurs op, die op hun beurt de auto’s gaan halen. Ik loop nog, maar begin nu toch wel wat last te krijgen van mijn achillespees. Dat mag de pret niet drukken. Want ik ben er bijna en ik ben vreselijk blij dat deze toch wel chronische blessure de pret van het maken van mooie wandelingen niet heeft kunnen drukken. Maar dan komt Noud opnieuw terug, samen met de andere auto’s, en iedereen vindt het nu wel welletjes. We stoppen nog even om iedereen te groeten, en niemand heeft nog energie om nog ergens wat te gaan drinken. Een van onze nieuwe vrienden maakt op de weg van Encumeada naar omlaag nog een schitterende foto. Een lenswolk, bijzonder fenomeen, opgenomen tegen een achtergrond van avondkleuren.
niet voor herhaling vatbaar
De volgende dagen wisselen we foto’s uit, wordt ons gevraagd om de volgende wandeling te plannen (al gebeurd, ijs en weder dienende in ons deel van het eiland) en iedereen is het erover eens dat dit een dag was om nooit te vergeten, maar van deze zwaarte voor niemand voor herhaling vatbaar. Wat betreft schoonheid onovertroffen, maar van iedereen qua fysieke inspanning het uiterste vergde. Hindert niet, dit is ook een wandeling die als zwaar bekend staat.
afgeraden
Hij was ons zelfs al een keeer officieel afgeraden door onze vriend Marcel, toen we een andere wandeling met hem en Marijke succesvol hadden afgelegd. Nadat we toen de Boca da Corrida-Encumeadawandeling binnen de gestelde tijd hadden gelopen, zei hij dat we eigenlijk met onze conditie vrijwel alles kunnen doen. Met uitzondering van één. Wisten wij veel dat dat achteraf juist deze wandeling bleek te zijn. Maar mooi dat we hem hebben uitgelopen (het laatste stuk over de weg hoort er niet echt bij). Het is een mooi bewijs dat we nog lang niet uitgewandeld zijn.
op naar de volgende
Naschrift: Zondag deden we het rustig aan, een maandag ook. Noud had, tot zijn eigen verbazing, absoluut nergens last van. Ik wel, ik heb kennelijk wat fout gelopen de laatste anderhalf uur, en moest dat bezuren met een pijnlijke linkervoet, vreemd genoeg niet eens de achillespees. Maar nu, dinsdag is alles weer vrijwel normaal. Op naar de volgende (minder zware) wandeling!
De volledige serie foto’s staat opgeslagen in de cloud van Google. Klik hier om ze te zien!
Geniet altijd erg van je verhalen en foto’s.! Ik haal nog net Kijkduin, vanaf mijn huis een uur. M’n rug is nogal versleten, maar geeft in het dagelijks leven gelukkig geen/nauwelijks beperkingen.
Gelukkig dat je dagelijks leven niet te veel wordt aangetast. Ik heb een slechte achillespees en was heel bang dat het afgelopen zou zijn met langere wandelingen. Maar zoals deze slijtageslag bewees kan het allemaal nog. Niet pijnloos, vooral niet de dagen erna, maar dat moet dan maar. Het is allemaal meer dan de moeite waard. Morgen (zaterdag) is er weer een wandeling gepland, maar niet zo’n zware want daar waren we allemaal helemaal klaar mee.
Deze is aan de oostkant, in de buurt van de Portela-pas, die ook niet zo hoog ligt. Het verslag komt vanzelf.
Wat een prachtig stuk Peter. Nu we bij jullie zijn geweest en ook een “tochtje” hebben gemaakt begrijp je ook beter dat jullie kapot waren. Dikke pluim dat jullie het gedaan hebben.
We waren ook wel erg trots op onszelf. Allemaal eigenlijk. Maar dit was te veel. Ook de anderen vonden dat we dit zo niet meer moeten doen. Maar het was prachtig, écht waar. Als jullie terugkomen kunnen we het mooiste deel doen, zonder die verschrikkelijke klim en de laatste dodelijke afdaling. Dan is het geen rondwandeling meer, maar een heen-en-terug. Helemaal niet erg. Ik ik ga graag nog eens terug, maar nogmaals, niet de volle 20+ kilometer en die klim van 600+ meter.
Prachtig geschreven, wat een geweldige dag!
Dank je Jeanette. Wandeling is absoluut de moeite waard, maar dan tot aan de eerste afdaling per trap. Dan gewoon omkeren. Folhadal heb je dan prachtig gezien. Eventueel de andere helft met twee auto’s en dan vanaf Bica de Cana gaan. Een tweede auto neerzetten bij het eindpunt Lombo do Mouro. Dan mis je maar een relatief klein deel, maar wel het allergemeenste deel van de klim over onregelmatige en vaak losliggende keien.