Gisteravond, toen ik ‘plichtsgetrouw’ de vaatwasser aan het inruimen was, rook het in de keuken naar vuur, een houtvuur. Dat zou kunnen, we verwarmen ons huis met een fantastische Deense houtkachel die dubbelt als open haard. Maar die ruik je in de keuken nooit. Gewoontegetrouw loop ik even naar buiten om naar de sterrenhemel te kijken.
er klopt iets niet
En daar klopt iets niet. De hemel is op twee plekken rood gekleurd, de houtvuurgeur is sterker dan binnen en het knappen van een vrolijk vuur is harder dan me lief is. Er blijken binnen ons gezichtsveld twee bos- of bermbranden te woeden. Eentje op dezelfde plaats die ik al in een eerder verhaaltje meldde, de tweede nu toch wel te dicht bij om nog leuk te zijn.
112, net als in Nederland
Ik heb meteen 112 gebeld, hetzelde alarmnummer als in Nederland. Toen ik meldde wat ik zag, werd me gezegd dat de brandweer al ter plaatse was. De rode gloed van vuur was zichtbaar tussen de boven aan de overkant van het dal. Vonken vlogen over het huis, want de wind, die stevig was, stond recht onze kant op. Er landden gloeiende deeltjes op de grond van onze buren, benedenwinds van ons. Het leek me slim om de linnen kap van onze auto nat te maken en te houden, want een vonk is al snel een gat.
vuur en brandweermannen
Omdat het vuur niet minder werd, en eerder onze kant op leek te kruipen, loop ik naar boven onze steeg uit. Halverwege staan twee brandweermannen om de boel te beoordelen. We praten wat, en het lijkt de belangrijkste van de twee dat het vuur wel niet hier zal komen. Maar hij constateert wel – tot mijn opluchting – dat in geval van nood de brandweerauto hier gewoon kan komen.
Na een uur of twee lijken beide branden geblust, hoewel die aan de overkant van het dal nog wat kleine vuurhaardjes liet zien. Om half een ’s nachts kunnen we met een redelijk gerust hart naar bed.
as en stof
Vanmorgen zijn we maar eens gaan kijken. De meest bedreigende brand was toch iets verder weg dan we van beneden af dachten. Waar heet vuur heeft gewoed zien we een kaalgebrand terrein, vooral varens en gaspeldoorn zijn de slachtoffers geworden. Waar gisteren nog varens en gaspeldoorn stond zien we nu alleen nog as en stof. Maar niets waar de natuur niet snel een sluier over trekt. Aan de overkant van het dal zijn het alleen de dode varens die afgebrand zijn. Het lijkt of de aarde zelf verbrand is. Ook hier zal het weer snel goedkomen. De stammen van de dennen zijn wel geblakerd, maar ze zullen het waarschijnlijk wel overleven. De schade aan de natuur valt mee. Ze zal er zelf wel raad mee weten en tegen de zomer zal er niet veel meer van de branden te zien zijn.
Als we aan het eind van de dag nog een glaasje drinken op ons terras, is het niet meer het verbrande bos, maar de horizon met zijn wolkenbank die de aandacht trekt. Geen vuur meer. Water dus vooral. De zon is bijna onder en de oceaan ligt te glimmen. Zo weids, deze oceaan, dat je op de foto de kromming in de horizon kunt zien.
Vuur geblust, de zon gaat onder en de rust is weergekeerd…
Picture 4 is my favorite! Beautiful flowers in the background!
As for the fire – it really is a pity! It will take nature months to recover…
Goede neus heb je, Peter. En waar die plichtsgetrouwe activiteiten al niet goed voor zijn!!!!. Gelukkig is de schade beperkt gebleven.
Gelukkig geen schade voor jullie, maar helaas wel weer voor de omgeving. Ik snap niet waar sommige gekken de lol van inzien.
Eind goed, al goed.
Gelukkig is het uiteindelijk toch meegevallen!
Enjoy the sundowners! Ik hoop dat verdere bosbrannden aan jullie voorbijgaan of is er een pyromaaan in de buurt?
Anneke